FLO

4/28/2012

2 Comments

 
Donderdag. Ze verslikte zich. Zoet gerochel liep langs haar lippen op haar wang. Ik zag een andere tong deze gewelddaad oplikken en met zijn lippen verzachten.

Het was ongehoord maar zij kon de impuls niet onderdrukken. Haar beiden handpalmen duwden tegen de rug van de onschuldige ouwe vent die ontwetend op het perron voor zich uit tuurde. Hij struikelde en viel gezicht eerst op het spoor. Haar dwingende brein had deze zet nauwkeurig bedacht. Het schel gekrijs van een doorrijdende trein overstegen het geluid van een uiteenspattend lichaam. Ze was weg.
Scheuren van het mannelijk kadaver vlogen alle kanten uit. Een truttige dame gilde onophoudelijk. Een stuk losgetrokken vel versierde haar roze jas met bloederige brokken.

Het werd weer stil.