Dichters in de Nacht van de Filosofie: Tsjisse Hettema; Anne Feddema; Berber van der Geest; Willem Abma; Gerrit Komrij; Hans Plomp; Jelle Bangma en Jikke Ozinga.
Hans Plomp werd op die gedenkwaardige koude Tweede Wereldoorlogsdag van de 29stejanuari 1944 te Amsterdam geboren. In 1959, toen hij nog op de middelbare school zat, begon hij gedichten te schrijven. In die tijd bewoonde hij een zolderkamer, drie verdiepingen hoger gelegen dan de slaapkamer van zijn ouders. Op die kamer leidde hij enkele jaren zijn eigen leven, kwam en ging wanneer hij wilde, vooral als de volwassenen sliepen.

Helaas ontdekten zijn ouders dat hij 's nachts lang niet altijd in zijn bed lag te slapen en besloten hem kort te houden. Hij moest naar een kamertje naast hun slaapkamer verhuizen en werd constant in de gaten gehouden. In zijn 'isoleercel' kwam hij tot de ontdekking dat hij in het schemerdonker in elk geval nog wel iets kon doen: schrijven. Zo ontstond zijn eerste poëzie, 'woorden van woede en eenzaamheid'.

Spoedig trad Hans Plomp toe tot de schoolkrantredactie, waar Vera de Vries (Xaviera Hollander) zijn collega was. Hun eerste uitgave werd door de directie verboden. Ze vervaardigden toen ondergrondse geschriftjes, die onder de leerlingen verspreid werden. De redactie organiseerde ook een literaire avond, waarvoor ze Gerard Reve uitnodigden. Hans Plomp overhandigde hem enkele van zijn 'haatverhalen'. Gerard Reve bleek het gruwelijkste verhaal het meest te waarderen. Plomp merkte dat Reve in zijn karakter alles prees wat zijn ouders verfoeide. Het werd voor hem duidelijk dat hij schrijver moest worden om een uitingsvorm en misschien zelfs waardering te vinden voor zijn rebellerende persoonlijkheid. In 1962 reisde Hans Plomp met Gerard Reve mee om een congres van schoolkrantredacties bij te wonen.

Na zijn middelbare school ging Plomp Nederlands studeren en werkte daarna enige tijd als leraar. Plomp werd actief in Provo, gaf zijn leraarschap op en publiceerde in 1968 zijn eerste roman. Zijn debuut en de erop volgende boeken sloegen in als een bom. In enkele latere boeken beschrijft hij de 'scene' van binnenuit. Vooral het Amsterdams Dodenboekje wordt beroemd.

In 1973 bezet hij met vrienden en vriendinnen het dorp Ruigoord, dat gesloopt dreigde te worden (in 2001 werd pas duidelijk dat Ruigoord kon blijven bestaan, ingeklemd tussen nieuwe havenbedrijven). Het wordt het hoofdkwartier van het Amsterdams Ballon Gezelschap (A.B.G.), een anarchistisch/creatief verbond van vrije geesten. In Ruigoord ontstaat een experimentele leefgemeenschap zonder autoriteiten of politie, die na dertig jaar bloeit als nooit tevoren.

Met het A.B.G. organiseert Plomp festivals en manifestaties in binnen- en buitenland. Hij publiceerde intussen een dertigtal boeken en is een enthousiast reiziger, zowel in de geest als op de planeet Aarde. 


Werken van Hans Plomp

De ondertrouw (1968)
De chinese kruiwagen (1969)
Het Amsterdamse dodenboekje (1970)
Manifest voor de jaren zeventig (1970)
Huize de Slapeloze nachten (1971)
Moker in Mokum (1971)
Brigadier Snuf rookt stuff (1972)
Gekkenwerk (1972)
Satan ontmaskerd (1973)
Op zoek (1975)
In de buik van moeder Natuur (1976)
Lofzang op de moraal (1976)
Venus in Holland; gedichten 1960-1981 (1981)
Gedroomde reizen met vrouwen (1982)
Een schizofreen is nooit alleen (1983)
Open inrichting (1985)
Lokomotive (1986)
Gulle nachtmoeder (1987)
Revolvers lijkt me overdreven (1987)
Het innerlijk bordeel (1990)
In India (1991)
Uit je bol (1994)
Het beest is los! (1995)
Jaya en het orakel (1995)
Jozefien van het Kietelbos (2000)
Hans Plomp was born in Amsterdam in 1944.  After his studies he became a teacher, but he gave up regular jobs for good when his first novel De Ondertrouw (The Banns Are Up) was successful.  He took an active part in the playful Dutch Provo Revolution of the Sixties, which made Amsterdam one of the hippest places on the planet.  After Provo, he helped found Culturele Vrijhaven Ruigoord, the Amsterdam Balloon Company, and the Fiery Tongues Poetry Festival, and he traveled extensively, especially in India, where he spent some five years.  In 1982, he toured with U.S. with a group of prominent Dutch poets, performing with Ann Waldman, Diane di Prima, Allen Ginsberg, Gregory Corso, Amiri Baraka, Ira Cohen and many other kindred spirits.  He has published novels, short stories, poetry, and essays that have been translated into many languages, including Danish, English, French, German, Polish, and Spanish.  Last year, Ekstasis Editions, in Victoria, British Columbia, published Tantric Picnic: Tales of India, the first English-language collection of his India stories.  A few of the poems that appear in this edition of Big Bridgewere first published in City Lights Pocket Poets Series #42: Nine Dutch Poets



Leave a Reply.